OOST-VLAANDEREN

Gemeente VELZEKE - RUDDERSHOVE

Oorlogsmonument 1914 - 1918
 

 

 


Situering: Westgevel van de kerk.

Opschrift

"[Vierendertignamen]
ST MARTINUS ONZE PATROON EN BESCHERMER BID VOOR ONS"

Geschiedenis

Velzeke-Ruddershove vierde de terugkeer van de soldaten op 31 augustus 1919; de gemeente droeg bij in de organisatiekosten. Kort daarop rijst de idee om voor de gesneuvelden een gedenksteen op te richten. Zo lezen we in "De Beiaard" begin oktober 1919: "Velsicque telt 20 gesneuvelde soldaten en 4 burgerlijke slachtoffers. Ter hunner eere zal eerlang een prachtvol gedenkteeken worden opgericht". Meteen doet men ook een oproep aan de bevolking om dit project mee te helpen financieren.

De onthulling van het monument waar "in goudvlammende letteren de namen onzer vijf en twintig dooden staan te lezen" vindt plaats op 25 april 1920. Het monument, een bas-reliëf in de westgevel van de kerk ingewerkt, valt onmiddellijk in de smaak: "Het gedenkteeken is allerprachtigst; een echt kunstvoorwerp, dat den heer beeldhouwer C. Van de Capelle, van Anderlecht, ter eere strekt". Op het zandstenenbas-reliëf, met centraal een H. Martinus, vinden we de namen terug van de gesneuvelden en de burgerlijke slachtoffers. De informatie strookt lang niet altijd met wat we in de overlijdensregisters terugvonden en er moet nog in 1920 heel wat onduidelijkheid zijn geweest over de precieze plaats en datum van overlijden. Zo wordt een paar keer vermeld: "verdwenen Dixmuide" of kortweg "verdwenen".

Tot 1979 hing achterin in de kerk ook een ingelijste assemblage met alle doodsprentjes van de gesneuvelden en gevallenen. Tijdens een plaatsbezoek op 1 augustus 1995 vonden we, ondanks een grondig speuren in alle hoeken en kanten van de kerk, dit kader niet terug.

Een monument voor de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog werd hier niet teruggevonden. Na WO II werd overwogen om een gedenkteken op te richten onder de treurwilg op het "nieuw" kerkhof, maar het bleef bij plannen (Bron [12]).

Zie namen gebeiteld op het monument
 



Foto: Patrick DE WOLF